De knie is een gewricht dat een verbinding vormt tussen het bovenbeen en het onderbeen. Het gewricht kan buigen, strekken en glijden in voor- achterwaartse richting. Hierbij wordt het gewricht zwaar belast door uw lichaamsgewicht. Om deze belasting te kunnen weerstaan is het gewrichtsoppervlak bekleed met kraakbeen. De knie is verstevigd met een gewrichtskapsel en in- en uitwendige, zeer stevige banden.

De inwendige banden zijn verantwoordelijk voor de voor- en achterwaartse stabiliteit. Omdat zij elkaar kruisen heten ze kruisbanden. De voorste kruisband voorkomt te grote verschuiving naar voren van het onderbeen ten opzichte van het bovenbeen. Daarmee zorgt het voor een juiste positie van het gewricht bij lopen. Ook voorkomt de kruisband daarmee beschadiging aan het gewrichtskraakbeen.

Waarom een reconstructie?
Door een ongeval kan een voorste kruisband scheuren. Hierbij heeft u pijn, een dikke knie en een gevoel dat u door de knie zakt. Meestal wordt een revalidatie met fysiotherapie gestart nadat de eerste verschijnselen zijn afgenomen. In bepaalde gevallen lukt het met deze behandeling om de functie van de voorste kruisband te vervangen met de kracht van de bovenbeenspieren, de kruisband zelf geneest nooit, helaas lukt dit niet bij iedereen. Een groep patiënten houdt klachten van pijn, zwelling en instabiliteit die hinderlijk zijn in het dagelijkse leven (werk en/of sport). Deze patiënten hebben een instabiele knie. Ze hebben daardoor ook meer kans op vroege slijtage (artrose) van de knie. Deze groep patiënten komt in aanmerking voor een operatie waarbij de voorste kruisband wordt vervangen.

Diagnose en onderzoek
Tijdens het eerste consult stelt de orthopedisch chirurg de diagnose aan de hand van de aard van de klachten, het lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s, mogelijk een MRI-scan en eventueel een arthroscopie (kijkoperatie).

Welke techniek en waarom?
In de KneeClinic gebruiken we twee standaardtechnieken voor het vervangen van de voorste kruisband. Beide technieken zijn in de loop van de tijd beproefd en laten gelijkwaardige en zeer goede resultaten zien.

– ‘Bone Tendon Bone’, afgekort BTB, vertaald “bot pees bot”, een techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van de kniepees is de eerste techniek die voorspelbaar goede resultaten liet zien. Er is veel ervaring opgedaan. Het middelste ⅓ deel van de pees onder de knieschijf wordt samen met botblokjes aan zijn uiteinden losgemaakt. Vervolgens wordt dit stukje pees met botblokjes opgespannen in geboorde kanalen in het boven- en onderbeen in dezelfde richting als de ‘oude’ kruisband liep. De botblokjes worden aan uw bot vastgeschroefd en groeien vast.

– ‘Hamstrings 4 bundeltechniek’, een techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van hamstrings (verzamelnaam voor drie spieren aan de achterzijde van het bovenbeen), is nieuwer. Ook met deze techniek zijn veel ervaringen opgedaan. De resultaten zijn vergelijkbaar met de kniepees techniek. Via een 4 cm lang sneetje net onder de knie worden 2 pezen (Semitendinosus en Gracilis) die u goed kunt missen, losgesneden over een lengte van 20 cm. Deze worden dubbel geklapt zodat er 4 bundels ontstaan. Deze worden in geboorde kanalen in het boven– en onderbeen vastgemaakt met speciale schroeven en groeien vast.

Keuze van techniek
De keuze van techniek hangt af van uw specifieke situatie en de voorkeur van de orthopedisch chirurg. Beide technieken worden op dit moment als Gouden Standaard aangemerkt.

Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is volledig zonder risico’s. Gelukkig treden na een reconstructie vrij zelden ongewenste gevolgen op. Het volgende kan voorkomen:

-Infectie van de knie, te herkennen aan roodheid van de wondjes met zwelling en toenemende pijn. Neem bij koorts contact op met de kliniek of met uw huisarts
– Geïrriteerd gewrichtsslijmvlies, de knie blijft dan nog een paar weken dik. Soms is dan extra behandeling nodig door de fysiotherapeut of worden medicijnen voorgeschreven
– Trombosebeen, dit is een bloedstolsel in een beenader en zorgt voor pijn, vooral in de kuit. Preoperatief krijgt u al een Heparine injectie (antistollingsmiddel) om dit risico te verkleinen. Heeft u al eens een trombosebeen gehad, vermeld dit dan tijdig voorafaan de orthopedisch chirurg
– Soms ontstaat een bloeding in de knie, deze gaat gepaard met zwelling en de knie wordt pijnlijk
– Door beschadiging van een huidzenuw kan de huid plaatselijk wat dovig of juist extra gevoelig zijn. Dit herstelt zich meestal in de loop van enkele maanden
– De bloedleegteband die strak om het bovenbeen heeft gezeten kan na de operatie klachten geven, bijvoorbeeld een gevoel van kneuzing van het been, dit herstelt zich spontaan
– Forse bloeduitstorting
– Late complicaties zoals een strekbeperking en hernieuwde instabiliteit kunnen optreden. Ook aanhoudende pijn rondom de knieschijf komt voor. Uw fysiotherapeut zal u adviseren om een controle afspraak in de kliniek te maken.